Traumatische ervaring
Veel mensen maken tijdens hun leven een schokkende gebeurtenis mee, waarna ze kortdurend posttraumatische stressklachten hebben; dit is een normale reactie. De meeste mensen kunnen een schokkende gebeurtenis goed verwerken met steun van de omgeving, maar 10% van hen ontwikkelt een zogenaamde PTSS (een posttraumatische-stressstoornis). Ook kinderen en jongeren kunnen PTSS ontwikkelen.
Ieder mens maakt nare dingen mee. Dat hoort bij het leven. Meestal verdwijnt zo’n nare gebeurtenis na verloop van tijd uit je gedachten. Maar sommige ervaringen zijn zo schokkend dat je ze moeilijk kunt vergeten. Dat geldt bijvoorbeeld voor een ernstig verkeersongeluk, een overval, mishandeling of seksueel geweld. Of een aanslag of oorlogsgeweld. Als je zoiets meemaakt, kan dat je leven helemaal ontregelen. Het kost tijd om van zo’n gebeurtenis te herstellen. Je verwerkt de gebeurtenis langzaam en pakt de draad van het dagelijks leven weer op. Hoe lang zo’n verwerking duurt, is voor iedereen verschillend.
Maar het kan zijn dat het je niet lukt de schokkende gebeurtenis te verwerken. Dat merk je aan lichamelijke en psychische klachten. Je hebt bijvoorbeeld hartkloppingen, schrikt snel en bent somber. Als je zulke klachten hebt, heb je misschien een posttraumatische-stressstoornis (PTSS). Dan is de gebeurtenis zo schokkend voor je geweest, dat je last houdt van veel spanning en stress. Je leven na (=post) de schokkende (=traumatische) gebeurtenis is ernstig verstoord.
PTSS ontstaat na een schokkende gebeurtenis of na een serie van schokkende gebeurtenissen. Maar een schokkende gebeurtenis leidt niet automatisch tot PTSS.
Of je PTSS krijgt, hangt af van de soort gebeurtenis, hoe erg het was en hoe lang het duurde. En hoe machteloos en bang je je voelde. Schokkende ervaringen die je alleen meemaakt, zoals een verkrachting of overval, blijken moeilijker te verwerken dan een gebeurtenis waar veel mensen bij betrokken waren, zoals een vliegramp. Belangrijk is ook of de schokkende gebeurtenis één keer of vaker is voorgekomen. Voorbeelden van eenmalige trauma’s zijn een auto-ongeluk, een inbraak of de plotselinge dood van een geliefde. Schokkende ervaringen die vaker voorkomen zijn onder meer incest, mishandeling en oorlogservaringen. Schokkende gebeurtenissen die lang duren of die steeds opnieuw voorkomen, blijken moeilijker te verwerken.
Welke symptomen passen bij een PTSS?
Herbeleving
• Bij herbeleving lijkt het alsof je de traumatische gebeurtenis opnieuw meemaakt. Je ziet, ruikt, hoort, proeft en voelt alles weer zoals toen het gebeurde.
• Je hebt nachtmerries en slaapt onrustig.
• Je hebt herinneringen aan de gebeurtenis die steeds weer terugkomen.
• Wanneer je aan de gebeurtenis denkt, krijg je hartkloppingen, ga je trillen en zweten en kun je niet goed meer ademhalen. Je voelt je verlamd van angst.
Vermijding
• Bij vermijding ga je alles uit de weg wat aan de traumatische gebeurtenis doet denken. Zo bescherm je jezelf tegen de heftige emoties. Je ‘vergeet’ de hele gebeurtenis of bepaalde momenten eruit. Dit heet verdringing.
• Je voelt soms helemaal niets meer en doet alles op de automatische piloot.
• Je ontkent wat er is gebeurd en vlucht ervoor weg door bijvoorbeeld keihard te werken of veel te drinken.
• Je wilt niet praten over wat er is gebeurd en sluit je af voor de mensen om je heen.
Gedrag en gevoelens
• Je voelt je voortdurend gespannen en ‘opgefokt’.
• Je verliest snel je geduld en bent snel boos.
• Je hebt last van plotselinge huilbuien.
• Je schrikt snel en bent overgevoelig voor elke onverwachte situatie of gebeurtenis.
• Je zoekt gevaarlijke situaties op; je gaat bijvoorbeeld veel te hard rijden.
• Je gebruikt verdovende middelen zoals drugs en alcohol.
• Je bent somber, vindt niets leuk of interessant.
• Je voelt je schuldig aan het gebeurde en maakt jezelf verwijten: ‘Dan had ik maar niet…’
• Je voelt je minderwaardig.
• Je kunt je slecht concentreren.
• Je bent doodmoe, maar kunt toch moeilijk inslapen of doorslapen.
Tips bij PTSS
Wanneer je na een schokkende gebeurtenis kortdurend posttraumatische stressklachten hebt is dat een gebruikelijke reactie. Maar wanneer je langer dan drie maanden klachten ervaart, zoek dan hulp en ga naar je huisarts. Want met ernstige PTSS kun je vaak niet meer gewoon leven. Een paar voorbeelden. Je kunt niet meer werken omdat je altijd moe bent. Je bent snel boos tegen je kinderen of je partner. Je drinkt veel om je angst kwijt te raken. Of je neemt drugs om de pijn te vergeten. Hoe langer je dat doet, hoe lastiger het wordt de klachten aan te pakken. Blijf er daarom niet mee rondlopen. Je klachten zijn goed door ons te behandelen.
• Neem veel tijd en rust.
• Kijk beetje bij beetje terug op wat er is gebeurd. Je kunt bijvoorbeeld opschrijven wat je je allemaal herinnert, en wat je hoorde, dacht en voelde.
• Praat met vertrouwde mensen over wat je hebt meegemaakt. Begin gerust zelf met praten. Vrienden en familie durven dat vaak niet, uit angst voor wat ze bij je losmaken. Maar ze willen jouw verhaal wél horen.
• Maak duidelijk wanneer je wel en liever niet wilt praten.
• Zoek steun bij lotgenoten. Mensen die min of meer hetzelfde hebben meegemaakt begrijpen elkaar vaak met een half woord.
• Probeer ook met anderen te praten over hun leven. Zo krijg je weer oog voor het gewone leven.
• Pak beetje bij beetje je dagelijkse bezigheden weer op.
• Houd een vaste dagindeling aan, ook als je slecht slaapt.
• Eet gezond.
• Zoek afleiding en doe dingen waar je plezier in hebt. Ga bijvoorbeeld naar de film, fietsen of wandelen.
Tips voor naasten
• Blijf luisteren naar het verhaal van je partner, familielid of vriend(in). Ook al hoor je dit voor de zoveelste keer. Hij of zij zit nog altijd vol emoties en heeft behoefte aan erkenning.
• Besef dat het vaak maanden kost om zo’n schokkende gebeurtenis te verwerken. Denk daarom niet te snel dat je partner, familielid of vriend(in) er nu wel overheen is.
• Maak geen grapjes over de gebeurtenis en zeg ook niet: “Probeer het maar gauw te vergeten!”
• Vraag je partner, familie of vriend(in) hoe je steun kunt geven. Hij of zij kan dat dan zelf aangeven.
• Neem ook niet ongevraagd zorg uit handen. Hij of zij wil graag zelf controle over zijn of haar eigen leven krijgen.
• Neem eventuele schuldgevoelens van je partner, familielid, vriend(in) serieus, ook al vind je ze nog zo onterecht. Vraag door. Bijvoorbeeld: “Wat had je anders kunnen doen?” Zo krijgt hij of zij meer vat op het gebeurde.
• Zoek informatie over PTSS op internet, in de boekhandel of in de bibliotheek.
• Zoek zelf steun als het je te zwaar wordt.