Zomervakantie: (ont)spannend?
Zomervakantie, een periode waar veel mensen naar uitkijken. Even niets moeten, geen vaste afspraken en er soms ‘lekker tussenuit’. Ontspannen! Voor sommige mensen kan deze periode echter juist een uitdaging zijn, bijvoorbeeld voor kinderen met autisme en voor hun ouders, maar ook als je zelf autistisch bent.
De NVA heeft een aantal tips opgesteld voor een autisme-vriendelijke vakantie en ook ‘Geef me de 5’ geeft zeven tips voor de zomervakantie. Deze links zijn onderaan deze post te vinden.
Ondanks dat het veelal tips zijn voor ouders (en hun kinderen) zijn een aantal in basis ook erg helpend voor autistische jongeren en volwassenen. Let wel: dit verschilt natuurlijk per persoon, niet iedereen heeft deze tips en/of hulpmiddelen nodig.
Maak een dagplanning
Het aanhouden van een vaste structuur kan ervoor zorgen dat de dagen overzichtelijker en voorspelbaarder zijn, wat ervoor kan zorgen dat je minder snel overprikkeld raakt.
Maak de vakantie overzichtelijk in een schema
Soms helpt het om – naast een dagplanning – ook een overzicht te hebben over de vakantieweken zelf, bijvoorbeeld een simpele maandplanner. Een beetje zoals een verjaardagskalender, waarop je precies kunt zien wie er die maand jarig zijn, maar dan voor de vakantieweken. Hierop kun je eventuele afspraken (dagjes uit) of een vakantie zelf (binnen- of buitenland) aangeven. Zo heb je in één oogopslag overzicht over je geplande uitjes en/of afspraken en kun je, waar nodig, rustdagen inplannen.
Doe wat jij wilt en wat jij fijn vindt
Dit klinkt als een hele logische tip maar kan in de praktijk soms best ingewikkeld zijn voor een autistisch persoon. De druk vanuit vrienden, familie en/of social media om “gezellig” te moeten doen, er op uit te moeten gaan, terrasjes te ‘pakken’ of andere zomerse-festiviteiten te ‘moeten’ doen kan er soms voor zorgen dat je iets doet wat je eigenlijk niet leuk vindt. Bijvoorbeeld omdat je denkt dat het hoort.
Tips NVA : https://lnkd.in/eESDykAJ
Zomervakantietips ‘Geef me de 5’ : https://lnkd.in/eW3ZH2kg
* De termen ‘autistisch persoon’ en ‘persoon met autisme’ worden hier bewust beide gebruikt. De ene persoon geeft namelijk de voorkeur aan identity-first language (ik ben autistisch) terwijl de ander liever person-first language (ik heb autisme/iemand met autisme) gebruikt. Beide manieren zijn goed en afhankelijk van iemands persoonlijke voorkeur.